Garen: 1 bol Tweed of Sparkle (je ziet op de foto dat je met verschillende garens
met maar 1 patroon, heel verschillende boompjes krijgt)
Naalden: 1 set breinaalden (kijk voor de maat op het etiket van het garen),
een maasnaald met een stompe punt
Steken
Recht breien, meerderen door een steek 2 keer te breien
en afkanten.
Hoe kun je meerderen door een steek twee keer te breien? Brei
de steek recht zoals je altijd recht breit, maar laat hem niet van
de naald glijden. Brei hem nog een keer recht, maar gebruik
nu het achterste draadje van de steek in plaats van het voorste.
Laat nu wel afglijden: de ene steek is nu veranderd in 2 steken,
je hebt een steek gemeerderd.
Patroon
Je begint aan de bovenkant van het boompje.
Zet 1 steek op, laat daarbij een lange draad hangen, daar
maak je straks het ophanglusje van.
1e naald: meerder tot 2 steken door de steek twee keer
te breien.
2e naald: meerder de eerste steek door hem 2 keer te breien,
brei 1 steek recht.
3e naald: meerder de eerste steek door hem 2 keer te breien,
brei 2 steken recht.
Brei in de volgende naalden steeds de eerste steek 2 keer en
de rest gewoon recht, tot je 8 steken op de naald hebt.
Brei in de volgende naald de eerste en de laatste steek twee
keer. Nu ga je afkanten voor de bovenste driehoek.
Kant 3 steken af, brei recht tot de laatste steek, brei die laatste
steek 2 keer.
Kant in de volgende naald weer 3 steken af, brei daarna de
naald recht uit (dus ook de laatste steek gewoon 1 keer recht
breien). Je hebt nu 5 steken over.
Nu ga je verder met de volgende driehoek, door weer bij elke
naald de eerste steek 2 keer te breien en alle andere steken
van de naald gewoon recht. Ga daarmee door tot je 10 steken
op de naald hebt.
In de volgende naald brei je de eerste en de laatste steek
2 keer. Nu ga je afkanten voor de volgende driehoek.
Kant 3 steken af, brei recht tot de laatste steek, brei die laatste
steek 2 keer.
Kant in de volgende naald weer 3 steken af, brei de naald
recht uit (dus ook de laatste steek gewoon 1 keer recht breien).
Je hebt nu 7 steken over.
Ga verder met de onderste driehoek door weer elke naald
de eerste steek 2 keer te breien en alle andere steken van de
naald gewoon recht. Ga daarmee door tot je 14 steken op de
naald hebt.
Brei in de volgende naald weer de eerste en de laatste steek
2 keer.
Nu ga je afkanten voor het boomstammetje: kant 6 steken af,
brei recht tot de laatste steek, brei die laatste steek 2 keer.
Kant weer 6 steken af en brei de naald recht uit. Je hebt nu
nog 5 steken op de naald.
Brei 6 naalden van 5 steken in ribbelsteek (alle naalden alle
steken recht), of meer dan 6 naalden als je een langere stam
wilt. Kant de steken af.
Afwerking
Stop de draad bij de onderkant netjes in en maak van het
draadje aan de bovenkant een lusje, zodat je het kerstboompje
kunt ophangen.
Veel breiplezier!