© Bianca Boonstra 2012-2015
Deze trui kan ook met een reliëfpatroon worden gebreid.
Maten: 12-24 maanden:
ruglengte 33 cm
mouwlengte 22 cm
4-6 jaar:
ruglengte 48 cm
mouwlengte 32 cm
Deze trui kan prima gebreid worden in Zeeman Supersoft. Je hebt nodig:
voor de versie met ingebreid patroon:
kleur A: 3 bollen voor de kleine en 4 voor de grote maat
kleur B: 1 bol
kleur C: 1 bol
Breit u het truitje in relief dan heeft u een bol extra nodig voor beide maten van kleur A, maar kunt u kleur B en C achterwege laten.
Steekverhouding:
24 steken en 29 naalden in tricotsteek is gelijk aan 10 x 10 cm met naalden 3,5. Controleer dit en pas eventueel uw naalddikte hierop aan.
Verder nodig: Breinaalden zonder knop, of rondbreinaalden 2,5 en 3,5 mm
steekmarkeerders,
stopnaald
haaknaald 3 mm.
Dit patroon bevat twee teltekeningen!
Start met kleur A en naalden 3,5: Zet op voor het lijf: 120 (150) steken. Sluit de ronde, maar verzeker u dat de steken zich niet draaien.
Brei 10 rondes boord: 2 recht, 2 averecht. (1 recht, 1 averecht)
Vervolg: Brei 5 rondes recht in kleur A
Nu moet u kiezen: breit u het patroon in, of breit u het in reliëf
Als u in reliëf breit, gebruikt u teltekening 2 en blijft u breien met kleur A.
U breit de teltekening 1 maal (voor beide maten) in de hoogte
teltekening 2 teltekening 1
Nederlandse legenda:
groen vakje: 1 steek in kleur B
paars vakje: 1 steek in kleur C
oranje vakje: 1 steek in kleur A
leeg vakje: 1 steek recht
vakje met streepje: 1 steek averecht.
Als u de trui inbreit, hecht u kleur C aan en start in vakje 1 van ronde 1 Brei zoals de kleuren worden aangegeven, de hoofdkleur wordt tijdens het breien van dit blok tot toer 10 mee omhoog genomen, en daarna opnieuw tot het eind van toer 19 ook weer mee omhoog genomen
Ook voor deze trui geldt dat het patroon een maal wordt ingebreid.
Brei dan verder met kleur A tot een hoogte is bereikt van 22 (33) cm. Splits nu de panden in een voor- en een achterpand. U gaat nu verder breien in heen- en teruggaande naalden.
Rugpand:
Goede kant van het werk: brei recht
Verkeerde kant van het werk: brei averecht.
Herhaal dit tot een hoogte is bereikt van 33 (48) cm. Laat steken wachten.
Voorpand: Brei gelijk aan het rugpand. Keer het werk binnenstebuiten.
Schouders: Kant tegelijk de eerste 10 (16) steken af, door de drie naalds afkantmethode toe te passen. Doe hetzelfde aan de andere kant voor de tweede schouder. Kant nu alle steken van de hals verder af.
Mouwen: Gebruik kleur A:
neem 45 (60) steken op rond het armsgat. Brei in het rond – recht – tot een hoogte van 10 (20) cm. Brei dan de teltekening in, voor mensen die inbreien teltekening 1, voor mensen die in reliëf breien teltekening 2 een maal in de hoogte.
Alleen voor de kleinste maat: Minder 1 steek in de laatste ronde.
Wissel naar 2,5 mm naalden en brei 10 rondes boord: 2 recht, 2 averecht. Kant steken af, en brei de tweede mouw exact als de eerste.
Hals: Met haaknaald 3 haakt u een vastenrand rond de steken van de hals. Hecht alle draadjes af.