Zeeman knutsel:
Gehaakt kersttruitje voor in de boom

Benodigdheden

Haaknaald nr 2,5

Stopnaald

Schaar

Supersoft rood, zwart, geel, donkergroen en licht groen.

 

Steken

 

Verlengde vaste (fig. 1)

 

Maak de verlengde vaste door de naald in de vaste van de toer ervoor te steken en de lus naar werkhoogte te trekken. Maak daarna de vaste af zoals je gewend bent. 

 

In dit patroon gebruiken we een verlengde vaste in toer 4. Erna, in de toeren 5-10, worden gespleten vasten (gv) gehaakt om een naad tussen armen en romp te creëren. 

 

In toer 4 meerderen we 12st door tussen de twee meerderingen (een extra vaste in dezelfde steek) nog een extra steek te maken, de verlengde vaste (vv). 

 

Gespleten vaste (fig 2)

 

Wij gebruiken deze steek om tussen de armen en romp een naad te maken. Dit worden er vier.

 

Steek voor een gespleten vaste niet in onder de lusjes door zoals je normaal doet, maar tussen de twee beentjes van de V van de vorige toer. Hierdoor ontstaat een grotere lus. De volgende gv maak je weer door de haaknaald tussen de benen van de V te steken. Hierdoor komen de V’tjes allemaal boven elkaar. Deze gebruik je in de toeren 5-10. Maak in toer 5 de eerste gespleten vaste in de verlengde vaste van toer 4. Vervolgens gaat de gespleten vaste steeds in de gespleten vaste van de toer ervoor.

 

Bij het wisselen van kleur haak je de steek zoals normaal. Neem, voordat je de laatste lus door de steek trekt, de nieuwe kleur op. Nu haak je gewoon verder in de nieuwe kleur.

 

Afkortingen 

hv = halve vaste 

v = vaste 

st = steken 

l = losse 

gv = gespleten vaste 

vv = verlengde vaste 

yu = yarn under 

yo = yarn over 

2s = minderen door 2 vasten samen te haken 

 

Let op! 

 

De trui wordt in het rond gehaakt dus de toeren worden niet gesloten met een halve vaste. Ben je net van kleur gewisseld, dan is het soms goed te zien dat de toer dan verspringt. Wij vinden dat geen probleem, want dat wordt de achterkant. Wil je dat niet? Sluit de toer dan steeds met een halve vaste en begin de volgende toer met een losse. 

 

Is het lastig te zien en word je dol van het tellen? Haak een voorbeeld met een grotere haaknaald, dan is het makkelijker te zien. Ook kan het handig zijn de verlengde vaste en daarna de gespleten vasten te markeren. 

 

Werkwijze

 

Hals en borst 

Haak 15l en sluit deze met een hv tot een ring met rood. 

 

 

1: 1l, 14v (14). 

2-3: 14v (14). 

Meerder 12st (4x 3st) bij de volgende toer door 2v in dezelfde steek te haken, dan een vv in de toer ervoor te steken en vervolgens weer 2v in de volgende steek te haken. Trek de vv hiervoor wat naar rechts, anders zie je de v voor de tweede meerdering niet goed. Dit doe je nog 3x: dit wordt de naad. 

4: 2v, in de volg st 2v, vv, in de volg st 2v, 1v, in de volg st 2v, vv, in de volg st 2v, 2v, in de volg st 2v, vv, in de volg st 2v, 1v, in de volg st 2v, vv, in de volg st 2v (26). 

Meerder 8 steken (4x 2st) bij de volgende 6 toeren door 2v in dezelfde steek te haken, dan een gv in de vv van de toer ervoor te steken en vervolgens weer 2v in volgende steek te haken. Trek de gv hiervoor wat naar rechts, anders zie je de v voor de tweede meerdering niet goed. Dit wordt iedere rij nog 3x herhaald.

5: 3v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 3v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 4v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 3v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 1v (34). 

6: 4v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 5v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 6v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 5v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 2v (42). 

7: 5v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 7v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 8v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 7v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 3v (50). 

8: 6v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 9v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 10v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 9v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 4v (58). 

9: 7v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 11v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 12v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 11v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 5v (66). 

10: 8v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 13v, in de volg st 2v, 1gv in de volg st 2v, 14v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 13v, in de volg st 2v, 1gv, in de volg st 2v, 6v (74). 

 

11: Haak nog 11v door, sla 17v over voor de mouw, 20v, sla nu 17v over voor de andere mouw en haak nog 9 vasten voor de romp. Haak meteen door voor de romp. Je hebt nu in totaal 40 vasten voor de romp en 2 x 17v voor de armen.

 

Romp 

Haak de 40st gezamenlijk rond.

12-17: 40v (40).

18-19: Wissel naar zwart. 40v (40).

 

20-27: Wissel naar rood. 40v (40). 

Hecht af. 

 

Armen 

Haak hierna de armen ieder apart, haak deze ook rond. Hecht de draad hiervoor aan. 

 

12-27: 17v (17). 

Hecht af. 

 

Gesp en hulst

Borduur de gesp met geel en de hulst er o met groen en licht groen.

 

Maak een hanger van een paperclip en hang deze in de boom.